Heterotope ossificatie

Bij heterotope ossificatie (HO) vormt zich bot in spieren of weke delen (steun- en bindweefsel). Het is een complicatie die bij iedereen kan ontstaan, maar die veel vaker voorkomt na een dwarslaesie. In dat geval wordt gesproken over neurogene heterotope ossificatie.

 

Kies een onderwerp voor meer informatie

  • Wat is het?
  • Hoe komt het?
  • Hoe wordt het behandeld?

Wat is het?

Als zich bot vormt op plaatsen waar het niet thuishoort, kan dat klachten geven. De spier of het gewricht dat is aangetast wordt minder beweeglijk en voelt stijver aan, wat in het dagelijks leven belemmerend kan zijn. Vaak zijn er ook pijnklachten, waardoor bijvoorbeeld langer zitten moeilijk kan worden. Als het proces lang genoeg doorgaat kan ankylose ontstaan, wat betekent dat een gewricht vastgroeit.

Als een gewricht door HO vervormd raakt, kan dat de zithouding nadelig beïnvloeden. Door een verkeerde stand van het gewricht kan de zithouding minder symmetrisch worden. De druk wordt dan niet goed verdeeld, wat weer kan leiden tot decubitus. Hetzelfde geldt voor pijnklachten: om pijn te vermijden kun je een verkeerde zithouding gaan aannemen, waardoor de druk niet goed verdeeld wordt en decubitus ontstaat.

Door de botvorming kan de druk op de bloedvaten toenemen, waardoor het risico op trombose wat groter worden. Verder kan de botvorming een prikkel zijn waardoor spasticiteit toeneemt.

HO begint het vaakst in de eerste maanden nadat de dwarslaesie is ontstaan. Meestal stabiliseert het proces zich na verloop van tijd.

De bewegingsbeperking die ontstaat door HO kan lijken op de bewegingsbeperking bij spasticiteit. Omdat HO kan samengaan met zwelling, roodheid en warmte van het aangedane weefsel, wordt het ook nog wel eens aangezien voor bijvoorbeeld een ontsteking of trombose. Een röntgenfoto of scan kan duidelijkheid geven over de aard van het probleem. Een bloedtest kan laten zien of een actief proces van botvorming gaande is.

Hoe komt het?

Bot wordt voortdurend vernieuwd, dus worden steeds jonge botcellen gevormd. Bij heterotope ossificatie gaan deze cellen naar de weke delen en worden daar hard. Het is niet bekend waarom dit gebeurt. Waarschijnlijk is sprake van een combinatie van factoren. HO ontstaat vaker als sprake is van een ander medisch probleem, zoals decubitus, een urineweginfectie, trombose of ernstige spasticiteit. Het is niet goed te voorspellen wie last krijgt van HO en wie niet.

Hoe wordt het behandeld?

Als heterotope ossificatie is ontstaan, kan gekozen worden voor behandeling met medicijnen. Een medicijn waarvan is aangetoond dat het werkt, is Indomethacine. Dit is een zogeheten NSAID: dat is een pijnstiller en ontstekingsremmer. Het middel voorkomt de verdere groei van bot dat op een verkeerde plaats zit.

Het ongewenste bot kan operatief worden verwijderd. Dit wordt vooral geadviseerd als HO in het dagelijks leven leidt tot beperkingen. Na een operatie wordt Indomethacine geadviseerd om de vorming van nieuw bot tegen te gaan.

Soms kan ook gekozen worden voor bestraling na de operatie om terugkeer van de botvorming te voorkomen. Doordat de straling ook het gezonde weefsel aan kan tasten, kunnen er bijwerkingen ontstaan, zoals slechte wondgenezing en afsterven van het bot. Omdat dit bij mensen met een dwarslaesie over het algemeen een groot probleem is, wordt bestraling niet vaak toegepast bij deze groep.

Oefentherapie kan door HO aangedaan weefsel zo goed mogelijk in beweging houden en kan scheefgroei tegengaan. Een voorzichtige aanpak en deskundige begeleiding zijn van belang. Verkeerd toegepaste oefentherapie, met te veel beweging, kan een tegengesteld effect hebben en juist nieuwe botvorming uitlokken.